Driessen-tot-1889
Driessen-tot 1889
Wil jij het eeuwige leven? Het klinkt aanlokkelijk. Al lang een vurige wens. Een eeuwig bestaan mag dan aanlokkelijk lijken, maar elke dag onder dezelfde omstandigheden leven is misschien ook maar saai. Vervelend (1). Maar met de tijd verandert onze omgeving gelukkig ook mee, niets blijft daardoor hetzelfde. Tergend langzaam. Soms zie je het in je eigen habitat; als je bijvoorbeeld een tijdje bent weggeweest en dan weer terugkomt. Je herkent het wel maar je ziet dat er iets is veranderd. Alsof je in je eigen vertrouwde huis thuiskomt en in elke la ligt nu iets anders, het duurt even voordat je alles weer gevonden hebt. Beeld je dan 100 jaar in, en 200! Je zal niets meer herkennen.
Tegenwoordig gaat dat proces heel snel, vroeger veel trager. Vooral rond de tweede helft van de 19e eeuw ging het tempo flink omhoog. De materiële welvaart steeg spectaculair. Nieuwe technologieën en uitvindingen op industrieel en huishoudelijk vlak deed de mensen anders kijken, denken en ervaren. De cultuur zoals we hem nu nog kennen, ontstond toen in die tijd. Een culturele revolutie zichtbaar in etalages, grote warenhuizen, bioscopen, musea, badplaatsen. Het materialisme raakte wijdverbreid (2). Deze ontwikkelingen waren goed te zien in de grote steden. De dorpen en het platteland volgden pas later. Neem dorpen als Westervoort in diezelfde 19e eeuw.
De Rijn en de IJssel
Als de Rijn ons land binnenkomt splitst de rivier zich al snel af in de Waal die in zuidwestelijke richting Nijmegen stroomt. Blijf je de Rijn echter volgen, wat meer naar het noordwesten, dan volgt er een tweede splitsing, nu in noordelijke richting. Daar stoot de Rijn haar overtollige water af middels de IJssel. Precies in die kom van de Rijn en de IJssel ligt Westervoort, met aan de andere kant van het water Arnhem. Lekker dichtbij. Veilig geborgen in de oksel van twee grote rivieren; hou die verandering maar aan de andere kant van de rivier. Wij in Westervoort houden het graag bij het oude. Een beetje geïsoleerd lag het daarom wel, en enkel met een pontje kon je naar Arnhem varen, en terug. Eeuwenlang voer dat pontje, gewoon een bootje van hout. Van de ene steiger naar de andere; tenminste als de roeier sneller kon roeien dan het water stroomde. Pas in 1855 kwam er een spoorbrug en in 1901 een echte brug voor al het verkeer, toen nog voornamelijk voetgangers, paarden en wagens. De auto’s kwamen pas later.
Afgezien van die rivieroversteek ligt Westervoort heel strategisch. Al sinds de Romeinen liep hier de heerweg, een verharde lange afstandsweg voor snel vervoer. De internationale trein naar Keulen volgt nog hetzelfde spoor, netjes langs de Rijn. Diezelfde heerweg liep ook deels door het terrein waar nu Westervoort ligt. Stukken van de Heilweg en de Klapstraat volgen nog steeds dit tracé dwars door Westervoort precies uitkomend daar waar vroeger het veer voer naar de overkant van de IJssel. Aan die doorgaande weg, of de wegen die daar naartoe leidden, lagen genoeg winkeltjes of schenkerijen, kleine kroegjes. Goed strategisch voor de klandizie, bijvoorbeeld aan de Dorpstraat en Klapstraat, bij de kerken (de kroeg van Rutjes) of aan de weg naar de steenfabriek. Zo waren er in 1890 bijvoorbeeld tien tappers geregistreerd in Westervoort, vaak gehuisvest in een enkele kamer, voornamelijk aan de voorkant van het pand. Met in de andere kamer vaak een eenvoudig winkeltje (3). Zo konden de boeren na het werk of na een bezoekje aan het dorp op verschillende plaatsen een neut nuttigen.
Vissen in Westervoort
Ook de rivieren langs Westervoort vormden een bron van inkomsten. Aan het einde van de 19e eeuw (maar ook ver daarvoor) verdienden veel Westervoorders ook wat bij met het vissen in de rivieren en kolkjes rond het dorp. Je had er slechts een boot voor nodig en wat netten. De vis kon je dan zelf opeten of verkopen in de dorpen rond Westervoort of zelfs soms in Arnhem. Sommige maakten er hun job van, zoals de jongens van Driessen uit Westervoort, Jacobus en Theodorus. Van vader op zoon, al generaties lang. Oorspronkelijk kwam de familie van de twee broers uit Millingen aan de Rijn. Precies daar waar de Rijn net zijn Nederlandse gezicht laat zien, links afbuigt naar de Waal en rechts vrolijk doorstroomt richting Westervoort, 15 km verder. De familie was gespecialiseerd in zalm, dat bracht immers het meeste op, en die zwommen er maar genoeg daar. Kon je een pachtvergunning krijgen dan was je spekkoper. Dat kostte weliswaar een aardige duit, het verschafte je het alleenrecht op een bepaald stukje rivier, waar je je fuiken kon uitzetten. Zo viste grootvader Theodorus Driessen (1776-1849) al op zalm rond Millingen. Theo had eerder een tweelingbroer gehad (Henk), maar die werd helaas niet ouder dan 2. Hun voorvaderen visten waarschijnlijk ook al, al waaierden zij meer uit richting Kekerdom, en ook Duitsland in de richting van Bimmen. Van een echte grens was toen nog niet echt sprake, zeker niet op het water.
De Familie Driessen
De zoon van Theo Driessen was Hendricus (1815-1900). Na zijn huwelijk met Johanna van den Bosch in 1847 was hij het die de Driessens van Millingen naar Westervoort deed verhuizen. Waarschijnlijk was er in Westervoort wel een pachtvergunning te verkrijgen, en zo ging de familie een stukje verder op zalm vissen. Ook snoek, voorn, baars, paling en prik werd niet teruggegooid. Zeker de zalm leverde al gauw Hfl 1,- op per pond in 1890. Paling rond de zestig cent (4). De prikvis daarentegen was heel goed betaalbaar en daarom populair in Westervoort en omstreken. Henk’s zoon Theodorus, ook visser, was gekend als “de Prik”, hij ving vooral prikvis die gerookt als een soort goedkope paling werd verkocht. Zijn boot lag in de haven bij het veer. Van daaruit kon je gemakkelijke de IJssel op en ook de Rijn lag dichtbij. Uit een artikel uit de Zwolsche Courant van 1912 staat beschreven hoe Theo een van zijn pachtvergunning kocht voor hfl 33,-; het gaf hem het recht te vissen op de IJssel van de Schipbrug te Westervoort tot het Lathumse voetveer, een stukje verder stroomafwaarts (5). Geheel ongevaarlijk was het vissen nu ook niet wat bleek toen Theo op 20 maart 1898 samen met Jan Lelivelt uit ging vissen, de laatste te water raakte, niet kon zwemmen en zo voor de ogen van Theo verdronk. Als Theo in 1946 overlijdt, net na de Tweede Wereldoorlog, is er nauwelijks nog vis te vangen door zware vervuiling. De zalm is dan met de noorderzon vertrokken (6).
Vroeger trouwde men vaak binnen de beroepsgroep. De Driessens kwamen natuurlijk vaak in contact met andere vissers, je hielp elkaar namelijk in weer en wind. En men kwam ook bij elkaar over de vloer. Zo kwamen Theo en Jacob ook in contact met de dochters van andere vissers uit het dorp en omstreken. Beide broers maakten vissersdochters het hof. Jacob trouwde in 1887 met Cathrina Dekkers, en Theo met Hermina Heijmen, krap een jaartje later. Ze waren alleen niet de enigen in het gezin van Henk en Hanna! Het gezin Driessen bestond uit maar liefst 10 kinderen. Naast de twee broers waren er nog acht meisjes! Eentje van hen, Elisabeth (Bet), trouwde ook met een visser (Bernardus Keultjes uit ’t Loo). Bet en haar zussen Maria (Miet), Hendrina (Hent of Heintje) en Agnes (Antje) bereikten ieder een respectabele leeftijd. Tante Bet (7) werd 68 jaar oud (4 kids), Miet kreeg 4 kinderen en werd 78 jaar. Heintje (getrouwd met Koster) kreeg drie kinderen, en Antje (Agnes) trouwde een slager in Arnhem (2 kinderen). Vier van de zussen overleden echter op jonge leeftijd. Een zus bij de geboorte (1850), de andere, Hanna, trouwde weliswaar met Hent Jansen maar overleed niet lang daarna. Hetzelfde gebeurde met haar zus Wilhelmina die zich verloofde zich met ene Paul maar nog voor het huwelijk overleed, al op 21e jarige leeftijd. De jongste van het stel, Gerarda Driessen was een milder lot toebedeeld, en leefde wat langer als sommige van haar zusters. Toch werd ze maar 33 jaar oud. Maar al werd ze niet oud, toch is er nog heel wat te vertellen over haar leven, vooral uit overlevering. Niet onbelangrijk, want zonder haar was ik er nooit geweest. In ieder geval niet in mijn huidige samenstelling.
Gerarda Driessen
Gerarda, de jongste telg uit het gezin Hendrikus & Johanna Driessen was het late nakomertje van de familie Driessen. Geboren op 26 september 1865 scheelde ze toch al gauw 17 jaar met haar oudste zus Antje. Ging die laatste al bijna het huis uit, of had in ieder geval al een oogje op een ander, de jongste moest overal nog aan beginnen.
Het dorp was klein. Iedereen kende elkaar toch min of meer. De familie Driessen woonde zelf op Schans 10, dat is de meest westelijke straat van Westervoort, parallel lopend met de Rijn (8). Wilde je van de Schans naar het centrum van het dorp dan liep Gerarda de Schans af in noordelijke richting en ging aan het einde rechtsaf de Klapstraat in. Van oudsher was die straat een belangrijke verkeersader in Westervoort. Via die Klapstraat bereik je namelijk de Kerkstraat en uiteindelijk het Dorpsplein. De Klapstraat was een lange straat met veel huizen, die wat uit elkaar lagen. Er was immers ruimte genoeg en de meeste huizen waren boerderijen. Verschillende families woonden er al van oudsher, vaak ook nog gelieerd aan elkaar. Gerarda zal er begin jaren tachtig van de 19e eeuw vaak doorheen zijn gelopen op weg naar het dorpshart. En dat ging niet geheel onopvallend. Ene Gradus Jansen, van beroep metselaar zag haar een keer voorbij lopen. Gradus woonde aan het begin van de Klapstraat, net als je van de Schans de Klapstraat inliep. Je kon vanuit zijn huis precies zien wie van de Schans naar het centrum van Westervoort liep, en terug. Toen hij Gerarda zag was hij gelijk verkocht. Dit was het meisje voor hem! “Hier trouw ik mee” zei hij, volgens de overlevering (9). Alleen moet Gradus nog even wachten. Hij is 11 jaar ouder en Gerarda nog veel te jong. Maar hij houdt woord en op 31 januari 1889 trouwt Gradus met het meisje van zijn dromen. Getuige voor Gerarda is haar vissende broer Jacob (29), en voor Gradus zet zijn dertigjarige broer Steven zijn handtekening onder de trouwakte. Met een borrel in het kroegje van Rutjes, een goede vriend van Gradus, werd het feest bescheiden gevierd. Het huwelijk kan beginnen!

Westervoort-1880-1900 (cirkel: huis van Jansen, Klapstraat)
Voetnoten:
[1] Groundhog Day, Haold Ramis, 1993 ( https://www.imdb.com/title/tt0107048 )
[2] Auke van der Woud, `De Nieuwe Mens` (2007): https://www.historischnieuwsblad.nl/boeken-de-nieuwe-mens-auke-van-der-woud
[3] De Molens en Maalderijen van Westervoort, Henk Stevens
[4] Beroepsvissers Driessen, Henk Stevens, Henk van Wijngaarden
[5] Beroepsvissers Driessen, Henk Stevens, Henk van Wijngaarden/ Provinciale Overijsselsche Zwolsche Courant 23 mei 1912
[6] Beroepsvissers Driessen, Henk Stevens, Henk van Wijngaarden. Voor visstanden Rivieren: https://www.clo.nl/indicatoren/nl122506-zalm-in-rijn-en-maas
[7] Zoals Gradus Jansen (1895) ze noemde (zie Stamboom Jansen)
[8] Jacob Driessen zou later op Schans 11 gaan wonen (www.geldersarchief.nl )
[9] Interview Frie & Netty Jansen, Waalwijk, 2010